De Poedel is a hondenras waarvan de oorsprong veel besproken is: de twee meest erkende stellingen vinden hun oorsprong in Frankrijk of Duitsland, hoewel de meest bevestigde theorie lijkt te bevestigen dat ze van Franse oorsprong zijn. De veelbesproken oorsprong van de PoedelVolgens de Fransen stamde het ras af van een Retriever en een inmiddels uitgestorven jachthond, genaamd Barbet. De Duitse versie stelt dat het ras in Duitsland is geboren uit de voorouders van de Duitse Herder en de oude Pudel, die dezelfde hond lijkt te zijn die de Barbet heeft voortgebracht. Tijdens de Napoleontische oorlog werden soldaathonden gebruikt door legers op het Europese platteland. Dit gebeurde ook tijdens de Tweede Wereldoorlog. Poedels populair bij de adelAan het begin van de 19e eeuw begonnen, als gevolg van hun vaardigheden en temperamenten, de eerste Poedels in Franse circussen te verschijnen. Het is precies in deze periode dat de eerste grijze en abrikozen exemplaren werden gemaakt door fokkers. De Poedel was ook de belangrijkste mascotte aan het einde van de 18e eeuw in Spanje, zoals de schilderijen van Goya laten zien. Bovendien was de Poedel tijdens het bewind van Lodewijk XVI gehuisvest in de koninklijke paleizen, waardoor een soort trend werd gestart die door alle adel van die tijd werd gevolgd. De Poedel verliest geen haarEen bijzonderheid van de poedel is het haar, dat gekruld en zacht is, geen ondervacht heeft en daarom geen periodes van verandering vertoont. Dit betekent dat hoewel de vacht gestaag blijft groeien, zelfs als hij gekruld is, erg lang wordt en regelmatig geborsteld moet worden, de Poedel zijn vacht nooit verliest. De poten zijn naar verhouding klein en ovaal. De buik is matig ingetrokken. De staart van de Poedel is hoog genoeg aangezet. De voorste ledematen staan perfect loodrecht, de achterste eveneens perfect loodrecht en goed gehoekt volgens https://www.poedelwereld.nl/. Neuskleur altijd in harmonie met vachtkleurHet hoofd is zeer goed gedefinieerd, recht en in verhouding tot de romp. De rug is aflopend, de oren zijn meestal plat, langwerpig, hangend en niet puntig, de staart kort en gekruld. De ogen zijn amandelvormig en zwart tot zeer donker bruin bij exemplaren met zwart, grijs, wit, abrikoos of rood haar. Wat betreft de neus of neus, kan die zwart zijn in zwarte, grijze en witte exemplaren, bruin in bruine exemplaren, terwijl het verschillende tinten kan hebben van bruin tot zwart in abrikoos of rode exemplaren. De neuskleur is in ieder geval altijd in harmonie met de kleur van de vacht. Eigenschappen van de Poedel
|